Boyolali en Julie, een Indisch meisje eind 2017 of begin 2018

Boyolali en Julie, een Indisch meisje eind 2017 of  begin 2018

1940 Soerabaya 1 - Julie en William en hun eerste kindje

Terwijl Julie en William in de december 1939 hun eerste ontmoetingen beleefden in het warme Soerabaya met zijn zwoele avonden. Onderging Nederland al de mobilisatie. Vanaf eind augustus 1939 was het wachten op een oorlog die uiteindelijk in mei 1940 Nederland in alle heftigheid zou bereiken. De Duitse invasie in Polen had vanaf september 1939 meer dan 280.000 gemobiliseerde Nederlanders in de wachtstand gezet. 

In geheel Indië woonden rond 1940 circa 350.000 Europeanen waarvan circa 200.000 met gemengd bloed. Indo’s dus. De totale bevolking was circa 70 miljoen. Voor de circa 100.000 blanken was alles duidelijk, zij behoorden tot de toplaag en hadden de touwtjes in handen. Er was formeel sprake van ‘indeling naar landaard’ . Heden zouden wij dit gewoonweg ‘apartheid’ noemen. Alle niet blanken waren ‘Nederlandsch onderdaan, geen Nederlander zijnde’.

Julie was van gemengd bloed maar William niet. Toch was William met dat ‘leuke Indische meisje’ getrouwd en het was denkbaar dat dit zijn carrière zou kunnen schaden. De blanke gemeenschap was immers zeer gesloten en het is maar de vraag of de blanke dames Julie opgenomen zouden hebben in hun ‘hogere’ kringen.  Het jonge paar zou zich gaan vestigen in een vrijstaande woning aan de Niasstraat niet ver van het centrum van Soerabaja. William kreeg het vanaf mei 1940 steeds drukker als marineman want de regering in Batavia zette alle middelen in om de defensie te versterken. Hierbij lag het accent op orde en handhaving van de rust. Terwijl de Japanners hun militairen juist trainden op offensieve tactieken. De Nederlanders in  Indië lieten zich leiden door berichten van o.a. de Engelsen dat het Japanse leger niet veel voorstelde. Anderzijds trachtte de regering in Batavia de Japanners te imponeren met veel openbare militaire demonstraties waarbij de Japanse Ambassadeur met zijn gevolg als toeschouwers werden uitgenodigd.

Toen Julie en William vanaf maart 1940 zeker wisten dat er een kindje op komst was zullen zij net als vele andere jonge echtparen gewoonweg blij geweest zijn en met de voorbereidingen begonnen om de baby in een warm nest te kunnen ontvangen. Julie’s creativiteit en handigheid moet een grote geruststelling geweest zijn voor William die lange dagen  op de Marine basis maakte vanwege de opgelopen internationale politieke spanningen met Japan. 


Julie richtte het huis grotendeels zelf in. Naaide de gordijnen, maar kon ook goed met de verfkwast, hamer en zaag overweg. Ook in haar tweede huwelijk met Anton Deijmann was het Julie die altijd het voortouw én de hamer op nam bij verbouwingen in de steeds groter wordende huizen voor haar bijna jaarlijks groeiende gezin. Julie zou haar laatste baby in 1969 krijgen. Het zou haar veertiende kind zijn en Julie werd in dat jaar 49 jaar oud. Julie hield van al haar baby’s. De zwangerschappen gingen haar gemakkelijk af. 

Net zoals de zwangerschappen van haar grootmoeder van haar moeders kant Joanna Deuning die het merendeel van haar kinderen in het grote huis bij Bojolali zou baren. Joanna werd pas zo genoemd nadat zij in 1892 tot christenvrouw was gedoopt. Haar echtgenoot was Casper Frederik Deuning die pas op 9 september 1893 met Joanna ofwel Djeminem zou trouwen. Er waren toen al 11 kinderen geboren. Na 1893 volgenden er nog 3 kinderen. Henri, Charlotte (de moeder van Julie) en Marie. De kleine Marie werd op 23 mei 1898 geboren. Het moet een zware bevalling geweest zijn. Joanna zou enige dagen later overlijden.

Het was 29 mei 1898 dat Casper het droeve nieuws aan zijn kinderen zou gaan vertellen dat moeder Djeminem in haar laatste kraambed was gestorven. De vrouw met wie Casper vanaf 1875 had samen gewoond op het terrein van Suikerfabriek Tjokro-Toelong en later na zijn pensionering in Bojolali een wijk in de heuvels niet ver bij Soerakarta (Solo) vandaan. Djeminem zal niet ouder dan 46 zijn geweest toen zij het leven liet. Casper was net 55 jaar oud geworden toen hij alleen met 14 kinderen achter bleef. Julie heeft altijd het kleine portretje gekoesterd van haar sterke grootmoeder. Haar volledige naam was Raden Ajoe Sinem Istri Kamidjojo.

Charlotte de moeder van Julie sprak altijd met zachte stem en diep respect over haar moeder 'de Prinses' voor Charlotte was haar moeder op het zelfde niveau als het Nederlands Koninklijk Huis. Raden Ajoe zou zoveel betekenen als Prinses in het Maleis. Veel inlandse vrouwen lieten zich echter ook Raden Ajoe noemen vanaf het moment dat zij samenleefde met een Europeaan. Maar eigenlijk waren zij een ‘bijzit’ een njai zonder rechten. Het siert Casper Frederik dat hij al zijn kinderen erkend heeft. Met Djeminem getrouwd is en ook toestemde in haar doop waardoor zij de laatste jaren van haar leven als Johanna door het leven kon gaan.

De moeder van Julie, Charlotte was de dochter van Casper en Johanna. Charlotte heeft haar ouders nauwelijks gekend. Haar moeder overleed toen Charlotte twee jaar oud was en in 1905 stierf haar vader Casper. Het gezin Deuning viel min of meer uit elkaar, een ieder had zijn eigen bezigheden en Charlotte woonde vanaf 1905 jarenlang in het weeshuis van de Zusters Franciscanessen in Semarang waar zij onderwijs genoot en tot circa haar 18de levensjaar zou verblijven. Charlotte moest misschien wel een ideaal beeld rond haar overleden ouders ontwikkelen om de eenzaamheid en het gemis van haar ouders in het weeshuis te kunnen overwinnen. Charlotte heeft mogelijk nooit geweten dat haar moeder een ‘inlandse bijzit’ was. Of wilde Charlotte het soms niet weten? 

Indertijd zal Charlotte niet vermoed hebben dat haar dochter Julie zoveel naar haar inlandse grootmoeder Djeminem zou gaan aarden. De moeder van de vader van Julie (Ferdinand Pieter van der Steur) heette, toeval of niet ook Joanna (Heijligers). Djeminem en Charlotte hebben beiden 14 ‘erkende’ kinderen gekregen. De eventuele miskramen zijn niet meegeteld. Waarom Djeminem  aan zoveel kinderen het leven schonk is niet duidelijk. Was het wederzijdse liefde tussen Casper en Djeminem? Casper had immers goed verdiend als beheerder en administrateur van Suikerfabriek Tjokro-Toelong en het grote publieke schandaal waar hij door zijn broer in 1882 op werd betrokken waarbij een pas geboren baby heimelijk werd vermoord had schande over de Deunings gebracht. Wilde Casper door de komst van de vele kinderen bewijzen dat hij niet zoals zijn broer was? 


De kinderen die Julie na de oorlog zou baren zouden volgens Julie geboren worden als representatie van onthoofde medegevangenen. Onthoofdingen die Julie op straffe van onthoofding met open ogen moest aanzien van de Japanners toen zij in 1943 in de gevangenis van Bandoeng was opgesloten wegens haar verzetsactiviteiten in de KNIL wijk Tjiateul.

Auteur Reggie Baay heeft in 2008 een zeer leesbaar boek gepubliceerd over het fenomeen ‘de njai’. Reggie Baay is een Indo man die met zijn boek bewijst dat Indo’s wel degelijk iets te vertellen hebben over hun verleden.



Djeminem de njai en later echtgenote van Casper Frederik Deuning rond 1896
Zij was de moeder van Charlotte en de grootmoeder van Julie


klik op het boek voor een korte beschrijving van het boek


Een illustratie uit het boek De njai; Moeder van alle volken

Machine fabriek 'De Volharding'. Hier begon de Engelse grootvader van William C. Dobson aan zijn eerste baan in Soerabaja rond 1870

Gezicht op Soerabaya

Het marine vliegveld van Soerabaya in opbouwfase 1927

1940 - Een onderzeeboot in de haven van Soerabaya

Leslokaal van de Artsen opleiding in Soerabaya

Consultatiebureau en opleiding voor verloskundigen

Een foto uit 1991 van Niasstraat 40 in Soerabaya

Glas in lood eveneens in de Niasstraat 40 Soerabaya 
- foto's zijn van Hans R vd Woude





Geen opmerkingen:

Een reactie posten